Boomkorvisserij  

Een groot deel van de Nederlandse visserijvloot oefent met de boomkor de visserij op platvis uit.

Bij de boomkorvisserij hangt zowel aan de bakboord- als aan de stuurboordkant van de kotter een net in het water aan gieken. Er wordt dus met twee netten tegelijk gevist. Tijdens het vissen staan de twee gieken horizontaal boven het water.

Ieder visnet is met een vislijn vastgemaakt aan de giek en wordt opengehouden door een boom. Onder aan het net zit een ketting die over de zeebodem sleept. Deze ketting wordt ook wel een wekker genoemd. Platvis graaft zich namelijk in het zand in. Doordat het net over de bodem sleept, wordt de platvis opgeschrikt, komt naar boven en zwemt het net in.

De mazen van het net zijn aan het begin groter dan aan het einde. De kleine (ondermaatse) vis kan dus altijd ontsnappen, en de maatse vis blijft in het net zitten. Over de grootte van de mazen en de minimummaat van de platvis zijn op Europees niveau afspraken gemaakt. Zijn de netten vol dan worden ze met de onderkant naar boven aan boord gehaald. Door de onderkant van het net open te trekken valt de vangst in een bak. De vis wordt aan boord van de kotter op grootte gesorteerd, schoongemaakt en schoongespoeld. Hierna wordt de vis in plastic kratten en ijs gelegd en opgeslagen in het gekoelde visruim.

Er zijn diverse soorten platvis, zoals tong, schol, schar, tongschar, griet, bot, tarbot en heilbot.

Wist u trouwens dat een platvis geboren wordt als een rondvis? De lichaamsvorm verandert na een aantal weken en krijgt dan een platte vorm.


Staandwantvisserij  

Staandwant visserij is de samenvattende term voor alle vismethoden waarbij het net stil staat in het water. Men maakt gebruik van kieuw- en warnetten waarmee men op kabeljauw en grote platvis (tarbot, grote tong) vist. Deze netten worden met behulp van drijvers en een verzwaarde lijn aan de onderzijde van het net (onderpees) 'staand' in het water opgesteld, en na verloop van tijd binnengehaald. De staande netten worden rond een wrak of in open zee als een gordijn uitgezet en na verloop van tijd wordt de vangst opgehaald. Ook de visserij met fuiken valt onder deze vorm van visserij.


Snurrevaad 

De ankerzegen is een vistuig dat bestaat uit een kuilvormig net en twee lange, zware lijnen. Het wordt gebruikt om platvis te vangen. De Deense vissers noemen deze techniek 'snurrevaad'. Onder de Nederlandse vissers spreekt men wel van 'snorders'. Het principe bestaat eruit dat de visser eerst een anker uitzet waar één van de lijnen aan is bevestigd. Dan vaart de boot een rondje en brengt tegelijk het net en de andere lijn uit. Teruggekomen bij het anker haalt de snorder de lijnen in. De platvis wordt dan door de over de zeebodem rollende lijnen in het kuilnet gedreven.De snurrevaadmethode is een typische vorm van kustvisserij. Recent is deze techniek echter verder ontwikkeld voor diepere wateren. Deze aanpassing staat bekend als 'Icelandic seining' of 'fly shooting'. De lijnen kunnen bij deze methode in totaal acht kilometer lang zijn.

De moderne ankerzegenvisserij wordt wel genoemd als één van de betere alternatieven voor het gebruik van de boomkor met zware wekkerkettingen. De invloed van het ankerzegen-tuig op de zeebodem is namelijk veel minder groot dan die van de wekkerkettingen omdat men geen zware vistuigen door de bodem hoeft te slepen. De kwaliteit is normaal gesproken beter dan bij bijvoorbeeld de boomkorvisserij. Het flyshooten, snurren dan wel snorren kent z'n beperkingen voor wat betreft tijd van de dag, vissoorten en bodemgesteldheid, maar is in essentie een efficiënte en energiezuinige visserij, die door de wijze van uitzetten en halen goede kwaliteit vis boven water haalt.


Spanvisserij 

Het voortslepen van een groot trawlnet met 2 schepen. Deze zijn door een touw aan elkaar verbonden zodat hun positie tijdens het vissen evenwijdig blijft. De horizontale opening wordt verkregen, omdat de beide schepen steeds op eenzelfde afstand van elkaar varen. Op dit moment zijn er bijna geen Nederlandse schepen die zich met de spanvisserij bezighouden.


Enkelvoudige trawlvisserij (borden-visserij) 

In dit geval wordt een trawlnet voortgetrokken door een vaartuig. Via scheerborden verkrijgt het trawlernet een horizontale opening. De zogenaamde onderpees van het net rolt over de bodem omdat kabeljauw en wijting dikwijls net boven de bodem zwemmen.  


Twinrigvisserij 

Bij het twinriggen trekt een vaartuig twee trawlnetten naast elkaar voort. De scheerborden zitten aan de uiterste einden en tussen de netten in zitten sloffen: zware gewichten die over de zeebodem kunnen glijden. Een kleine kotter kan op deze manier met vrij weinig vermogen een groot stuk bodemoppervlak bevissen. Twinrigvisserij is sterk in opkomst als alternatief voor de boomkorvisserij. Twinrigvisserij is in eerste instantie bedoeld om kabeljauw, wijting en schelvis te vangen, maar in de zomer vist men ook wel op de schol, schar en mul.